Met grote schrik en intens verdriet hebben wij kennisgenomen van het plotselinge overlijden van ons gewaardeerde bestuurslid en penningmeester Saskia Koppelaar.

Saskia was pas sinds 2020 bestuurslid van Huurdersvereniging Arcade. Maar ze was geen onbekende als het gaat om de belangenbehartiging voor Amsterdamse huurders. Als drijvende kracht van de bewonerscommissie van haar geliefde Bickerseiland bracht ze al jaren vele huurders bij elkaar, om samen hun zorgen en hun ideeën te delen voor een betere woonsituatie voor de huurders. Dat is van blijvende betekenis voor de buurt, voor de huurders en voor de stad.

Binnen het Arcadebestuur hebben wij Saskia leren kennen als een daadkrachtige vrouw met een groot hart op een goede plek. Haar talent voor organisatie en verbinding is ons niet ontgaan en zal ons blijven inspireren: hoe zij mensen samenbracht, van huurder tot bestuurder, en hen samen in gesprek liet gaan, al dan niet met een flipover en een glas wijn. Hoe zij aanpakte en doorpakte, ongeacht waar het soms misliep en waar anderen soms steken lieten vallen. We kunnen zonder overdrijven zeggen dat Saskia een onmisbare schakel was in een voor het Arcadebestuur zeer lastige en ingewikkelde periode. Met haar optimistische kijk op het leven en haar gestage werklust en verantwoordelijkheidsgevoel heeft zij het bestuur letterlijk draaiende weten te houden en met vernieuwde inspiratie in de toekomst doen vertrouwen.

Hoe zij de ontspannen heidag organiseerde om in een inspirerende omgeving van gedachten te wisselen en de zinnen te verzetten. Hoe zij kordaat takenlijstjes maakte en ging sorteren wanneer in een onoverzichtelijke hoop ‘administratie’ het einde zoek leek. Hoe ze uitdroeg: wat je zelf niet kunt, dat huur je in, en dan de daad bij het woord voegde. Hoe zij altijd weer de zilveren randjes zag, dwars tussen de donkere wolken en stortbuien door. Ook toen zij hoorde dat het met haar niet zo goed ging als gehoopt. Ook toen nam ze het besluit: geniet zolang het kan, draag bij zolang het kan, pak elk moment.

Saskia was een mooi mens en we hebben veel om haar gegeven. We zullen haar verschrikkelijk missen.

Huurdersvereniging Arcade Werkplan 2022

Elk jaar maken we een werkplan waarin we beschrijven wat we nastreven en welke prioriteiten we stellen voor het dan komende jaar. In 2022 volgen we het landelijke en lokale beleid op de voet. Ook zetten we in op het bijdragen aan het vervolg op de prestatieafspraken en versterken we de ondersteuning van de bewonerscommissies.

Dit zijn de belangrijke opgaven, maar er zal altijd aandacht zijn voor de individuele huurder die onze ondersteuning vraagt.

Werkplan Arcade 2022

Arcade Werkplan 2022 verkorte versie

Op 15 februari 2000 ontvingen Nienke en Jasper uit Amsterdam-Oost een brief van hun woningcorporaties. Hun tuindorp met ruim 700 woningen, zou gesloopt worden. Actiegroep ‘Jeruzalem Blijft’ werd opgericht om het tij te keren.

In de volksmond wordt tuindorp Frankendael vanwege de witte betonnen muren en platte daken, ook wel ‘Jeruzalem’ genoemd. De wijk werd kort na de Tweede Wereldoorlog gebouwd om de woningnood te bestrijden. Nadat bewoners te horen kregen dat de wijk gesloopt zou worden, volgde tien jaar strijd voor behoud. En met succes, want uiteindelijk bleef twee derde van de wijk staan. Vanwege de bijzondere architectuur en stedenbouw werd een groot deel van ‘Jeruzalem’ in 2010 tevens Rijksmonument. In 2017 werden de woningen flink opgeknapt.

De woningen in tuindorp ‘Jeruzalem’ zijn van twee corporaties: Rochdale en De Key. Jasper huurt bij Rochdale. Nienke bij De Key. Jasper is voorzitter van zijn bewonerscommissie. Nienke is de secretaris/correspondent in haar bewonerscommissie.

In dit interview gaan Jasper en Nienke uitgebreid op hun strijd voor de wijk in.

Portret van Nienke en Jasper in hun wijk Frankendael
Nienke en Jasper in hun wijk Frankendael

Waarom was (en is!) deze wijk zo bijzonder om voor het behoud ervan te strijden?

Nienke: ‘Ik kwam in actie omdat een wijk met 100 procent sociale huurwoningen, in één klap dreigde te verdwijnen. Ook voor mensen met een smalle beurs moeten er woningen zijn. Je huis is daarnaast ook je thuis. Ik móest wel in actie komen. Ik noemde het daarom vaak ‘verplicht vrijwilligerswerk.’ Daarnaast is er de mooie architectuur met de hofjes. De huizen zijn in 1950 gebouwd en de indeling werkt nog steeds. De woonkamer zit op het zuidwesten waardoor je veel zon hebt. Gebruiksruimtes zoals keuken en badkamer bevinden zich op het noordoosten.’

Jasper: ‘Ik sluit me bij Nienke aan. Wat ik verder bijzonder vind aan onze wijk, is het feit dat het hier zo groen en ruim opgezet is. Daarnaast is er sociale cohesie. Bewoners kennen elkaar en gaan prettig met elkaar om. Dat merkte ik in de tijd dat ik in ‘Jeruzalem Blijft’ zat en dat is nu, jaren later, nog steeds het geval. De sociale cohesie en het groene, ruime karakter van deze wijk, maakt mijn huis ook echt mijn thuis.’

Nienke: ‘Ik herken dat zeker. Bovendien zou de wijk nooit op dezelfde manier worden teruggebouwd. Laagbouw is nu ongebruikelijk, zeker voor sociale huur. We wisten dus dat we echt in actie moesten komen om dit te behouden.’

De wijk is dus speciaal. Wat voor mensen wonen hier zoal?

Jasper: ‘Het is erg gemêleerd. Er wonen allerlei mensen. Bewoners met een rugzakje maar ook mensen die wat meer geluk hebben gehad in het leven. De diversiteit zorgt voor een goed sociaal-maatschappelijk evenwicht.’

Nienke: ‘Evenwicht is inderdaad belangrijk. Je hebt ook mensen nodig die voor anderen kunnen zorgen. Een gepensioneerde bewoner bijvoorbeeld die haar buurvrouw Nederlandse les kan geven. Ik ben bang dat als er in een wijk geen mensen meer wonen die naar anderen omzien, het evenwicht verdwijnt. Daarom zijn langdurige huurcontracten belangrijk. Het duurt een tijdje voor je ergens aardt. Je kunt je na langere tijd pas echt aan een wijk verbinden.’

Een hoek van een straat in de wijk Frankendael zoals het er rond 1950 uit zag
Een hoek van een straat in de wijk Frankendael zoals het er rond 1950 uit zag. (bron: Gemeentearchief Amsterdam)

Mensen met verschillende achtergronden die in harmonie met elkaar leven. Klinkt inderdaad als een goed evenwicht. Waarom wilden de corporaties dan toch gaan slopen?

Jasper: ‘De huizen zouden te klein zijn en niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. Er zouden klachten van bewoners zijn over de staat van de woningen. Ik kreeg het gevoel dat ze naar argumenten zochten om de boel plat te gooien. Er was een bepaalde vooringenomenheid. Ze trokken de conclusie dat er veel aan de woningen mankeerde terwijl er niet onderzocht was of bewoners het wel eens waren met sloop. Ik vond het heel vervelend dat het op deze manier ging.’

Nienke: ‘Ik had en héb nog steeds een prima huis met een eigen keuken en twee slaapkamers. Helemaal niet te klein en met een perfecte indeling. De corporaties schreven dat de funderingen slecht waren. Een tweede onderzoek illustreerde echter dat die in orde waren. Blijkbaar hangt het er vanaf hoe een onderzoek wordt uitgevoerd. Dat bewijzen ook de bewonersonderzoeken. Daarin mocht niet worden gevraagd of bewoners voor of tegen sloop waren. Dat beïnvloedt natuurlijk de uitkomst.’

Jullie vonden de argumenten van de corporaties niet overtuigend begrijp ik.     

Nienke: ‘Inderdaad. In de brief stond verder dat er een fantastisch ‘Jeruzalem’ zou komen. Voor veel mensen zouden die woningen echter niet te betalen zijn. Er zou, zo bleek later, slechts 35 procent sociale huur terugkomen. Dát werd er alleen niet bij gezegd. Er zijn weken geweest dat ik naar huis fietste vanuit het werk en de angst me om het hart sloeg. Ik had geen idee waar ik naar toe moest. Je bent bang een stadsnomade te worden die van sloopwijk naar sloopwijk gaat omdat alleen daar de huizen te betalen zijn.’

Jasper: ‘Ik kreeg dezelfde brief van Rochdale. Hoe dat nieuwe ‘Jeruzalem’ eruit zou zien, was onduidelijk. Het was wél duidelijk dat mijn huis gesloopt zou worden. Ik was daar heel bedroefd over. Het idee dat je de gesprekken met bewoners en de saamhorigheid allemaal zou gaan verliezen, vond ik verschrikkelijk. Deze parel van Amsterdam mocht niet verloren gaan.’

Het was op een gegeven moment dus tijd voor actie. Waar zijn jullie mee begonnen?

Nienke: ‘Ik zong in een koor en op de dag van de brief vertelde ik de koorleden over het slechte nieuws. Iemand kende Anke die ook in mijn wijk woonde. Ik ben naar haar toegelopen en we zijn in actie gekomen. We hebben stickers met ‘Wij wijken niet voor rijken!’ verspreid. De bewonerscommissie van De Key vond dat activistisch. Toch vroegen ze al snel of wij samen met hen konden optrekken. Ook zij waren namelijk tegen sloop.

Binnen een paar weken na de ‘sloopbrief’ maakten we gele pamfletten. Die deden we in alle brievenbussen. Mensen hingen de pamfletten voor hun raam. We hadden verschillende teksten. Er was onder andere een pamflet met ‘Wij wonen prachtig!’. Tijdens het verspreiden van de pamfletten, kwamen we de vrouw van John tegen. Zij zei dat John zich wilde aansluiten. Hij is toen aangehaakt en we hebben samen de actiegroep ‘Jeruzalem Blijft’ opgericht.’

Het was natuurlijk belangrijk om de politiek mee te krijgen. Hoe pakten jullie dit aan?

Nienke: ‘We richtten ons op de politici in ons stadsdeel. Deden brieven in hun postvakjes.  Daarnaast spraken we met alle partijen. Arie en Fer van de SP brachten ons verhaal voor het voetlicht tijdens vergaderingen. Politici van Meerbelangen adviseerden ons op een positieve manier actie te voeren. Daar hebben we veel aan gehad.

Anke schreef een kerstverhaal waarin Jozef en Maria met hun kindje geen huis in ‘Jeruzalem’ konden vinden. Het stuk sloeg aan bij politici. Verder bezochten we in 2001 de nieuwjaarsreceptie van ons stadsdeel. We namen geen drankjes maar liepen rond met sandwichborden waarop stond ‘Wij borrelen niet, wij koken.’ We hebben verder talloze keren ingesproken bij stadsdeelvergaderingen. Als burger kan je inspreken als je je mening over een onderwerp wil geven. Je moet dit wel aanvragen.’

Jasper: ‘Ik sloot me in 2002 bij de actiegroep aan. Ik vond dat ons onrecht werd aangedaan en zette graag een stap naar voren. Als actiegroep hielden we de ontwikkelingen bij de corporaties scherp in de gaten. Daar stemden we de acties op af. In onze nieuwsbrieven informeerden we bewoners en gaven we onze visie op de ontwikkelingen.’

Er waren misschien ook bewoners die wel voor sloop waren omdat ze graag een ander huis wilden. Hoe gingen jullie hier mee om?

Jasper: ‘Het overgrote deel droeg de wijk een warm hart toe en was tegen sloop. Voorstanders van sloop vertelden we dat een nieuwe woning ook meer huur zou betekenen. Mensen dachten dat het om een paar tientjes ging, maar een paar honderd euro was realistischer. We vertelden bewoners dat ze niet zomaar moesten geloven wat hen werd voorgehouden door de corporaties en de gemeente. Het was soms moeilijk om bewoners te overtuigen. De corporaties en de gemeente deden namelijk erg hun best om bewoners in hun mooie verhalen te laten geloven.’

Het contact tussen de bewoners enerzijds en de corporaties en de gemeente anderzijds verliep vast niet altijd vlekkeloos. Kunnen jullie hier iets meer over vertellen?

Nienke: ‘Er waren zogenaamde Brede Maatschappelijke Overleggen (BMO’s). Deze avonden werden georganiseerd door het stadsdeel en de corporaties. Wij waren daar als actiegroep ook altijd bij, net als de overige bewoners. Tijdens bewonersavonden botsten bewoners vaak met de corporaties. Er moest een procesmanagementbureau aan te pas komen om het contact te verbeteren. Het bleven echter pittige avonden met een hele reeks aan toekomstplannen en participatietrajecten. Sloop bleef al die jaren als een donkere wolk boven de wijk hangen.’

Jasper: ‘De bewoners van ‘Jeruzalem’ werden als te kritisch bestempeld. Wij werden als actiegroep niet als een volwaardige gesprekspartner gezien. We hadden geen plek aan tafel omdat we geen officieel overlegorgaan waren. Het lukte ons uiteindelijk om gehoord te worden omdat we de groep die tegen sloop was, vertegenwoordigden. Wij maakten bezwaar tegen de vragen die in onderzoeken werden gesteld. Het stadsdeel vroeg bewoners bijvoorbeeld of ze een grotere keuken wilden hebben maar vermeldde daarbij niet dat sloop dan noodzakelijk was.’

De Bakhuys Roozeboomstraat in Frankendael na de onderhoudwerkzaamheden in 2017
De Bakhuys Roozeboomstraat in Frankendael na de onderhoudswerkzaamheden in 2017 (foto: n. de boer)

‘Jeruzalem’ heeft in 2010 een monumentenstatus gekregen. Jullie speelden daar een actieve rol bij. In hoeverre hebben monumentenorganisaties jullie geholpen in de strijd? 

Nienke: ‘De monumentenorganisaties steunden ons omdat ze de bijzondere waarde van ‘Jeruzalem’ zagen. We hebben al in 2000 contact met hen gelegd. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg kwam al snel langs in onze wijk. Onze conclusie was dat een monumentenstatus ons zou kunnen beschermen tegen sloop. We stuurden toenmalig minister Plasterk, van Binnenlandse Zaken, in 2008 een brief. De minister bezocht in 2010 onze wijk om de monumentenstatus te verlenen. We deden trouwens ook nog mee met de campagne ‘Nieuw leven voor oude gebouwen’. We eindigden op een mooie vierde plek.’

Zijn er nog andere organisaties waar jullie hulp van hebben gehad?

Nienke: ‘We hebben al snel bij het Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW) aangeklopt. Bert werd onze adviseur en bleef dat jarenlang. Hij bleef dit ook nog doen tijdens het onderhoud van onze woningen. Tegenwoordig is het ASW bekend onder de naam !WOON. Deze organisatie helpt met alle vragen over huren en wonen in de regio Amsterdam. Van de schrijvende pers en AT5 hebben we ook steun gehad. Ze gaven aandacht aan onze strijd.’

Was actievoeren in jullie tijd anders dan nu?

Nienke: ‘Actievoeren was vooral veel stukken lezen en brieven schrijven. We hadden ook mailcontact met organisaties maar het échte werk was toch op papier. Onze strijd werd vaak vermeld in de huis-aan-huis-bladen, zoals ‘De Echo’ en het ‘Amsterdams Stadsblad.’ Een geweldig medium dat bij iedereen op de mat viel. Daardoor raakte de actie voor behoud van ons tuindorp snel bekend. En natuurlijk was het de tijd van de échte lokale politiek, de politici wisten precies over welke huizen het ging omdat ze de wijk kenden. We hebben geluk gehad dat we in de media en politiek echt inhoudelijke aandacht konden vragen én kregen voor ons mooie Watergraafsmeerse tuindorp.

De laatste 10 jaar was actievoeren gelukkig niet meer nodig. Nu zou het waarschijnlijk heel anders gaan. Met online petities en mooie vlogs over de wijk. Belangrijk blijft natuurlijk dat je zoveel mogelijk mensen bereikt. Zodat je samen sterk staat. Met onze posters en pamfletten die we huis-aan-huis rondbrachten wisten we zeker dat we iedereen informeerden. Bovendien was er tijdens het rondbrengen vaak een gesprekje met de buren. Hoe je ook actievoert, het blijft belangrijk om het gezicht en de verhalen van alle huurders te laten zien. Zeker als het gaat om de strijd voor behoud van sociale huurwoningen.’

Waar zijn jullie trots op?

Jasper: ‘Ik ben er trots op dat we onze missie hebben kunnen volbrengen. We hebben hier toch 10 jaar voor moeten strijden en hebben dit weten vol te houden.’

Nienke: ‘Inderdaad en als wij er niet waren geweest, zou de hele wijk plat zijn gegaan. We hebben het tij kunnen keren en een groot deel van de wijk kunnen behouden.’

Hoe is het de bewoners vergaan na de ‘redding’?

Nienke: ‘Na de redding van de wijk was er aan de ene kant rust, duidelijkheid. Als huurder weet je na jaren onzekerheid eindelijk waar je aan toe bent. Ook rust omdat voor veel mensen hun thuis was gered en de sociale huur was behouden. Dat was absoluut de strijd waard.

Maar, een derde deel van de wijk is niet gered. Dus er was, en is, ook verdriet. Al die bewoners die de wijk uit zijn gedreven omdat hun huurhuis plat moest. En ja, waarom? Ik zou het niet kunnen zeggen. (In ieder geval niet om de drogredenen die de corporaties ons voorhielden.) In dat deel van de wijk staat nu een hoge flat voor huurders en laagbouw hofjes voor ‘rijken’. Precies wat wij vanaf dag één hadden voorvoeld. Als ik door die straten loop denk ik altijd met weemoed aan onze medestrijders die met hart en ziel vochten maar niet mochten blijven. Hun plek in de wijk is ingenomen door nieuwe buren met dure auto’s en elektrische bakfietsen. Natuurlijk hebben zij nu een thuis, een gouden plekje, in ons dorp gevonden. Maar toch voelt het onrechtvaardig.’

Wat willen jullie bewoners nog meegeven?

Jasper: ‘Volharding is belangrijk. Negeer mensen die zeggen dat je het toch niet redt. Vind daarnaast een goede, onpartijdige adviseur. Dat helpt. Je bent met een tactisch spel bezig waarbij je met allerlei partijen te maken hebt. Daarbij snijd je je gemakkelijk in de vingers. Kijk daarom goed welke partij je kan steunen en laat je niet zomaar een adviseur in de maag splitsen.’

Nienke: ‘Een adviseur zorgt er ook voor dat je realistisch blijft. En dat was in ons geval dat je er rekening mee houdt dat er toch gesloopt zou kunnen worden. Verder is het belangrijk om altijd op je eigen argumenten te vertrouwen en gedreven te zijn.’

Jasper: ‘Het moet wel echt een roeping zijn inderdaad, alleen dan houd je het vol.’

Het bestuur van HV Arcade nodigt huurders bij De Key en Lieven de Stad hierbij uit voor de vierde Algemene Ledenvergadering van dit jaar. Deze zal worden gehouden op maandagavond 13 december 2021 vanaf 20.00 uur en zal helaas weer online moeten plaatsvinden. Deelnemen kan via MS Teams via uw computer, laptop, tablet of telefoon. Meld u aan door een mail te sturen naar info@hvarcade.nl.

Programma

Inloop    : 19.45 uur
Aanvang: 20.00 uur
Einde      : 22.00 uur

Agenda

  1. Opening en vaststelling agenda
  2. Mededelingen
  3. Vaststelling verslag Algemene ledenvergadering 27 oktober 2021
  4. Stand van zaken onderzoek naar werkwijze en declaraties voormalig penningmeester
  5. Pauze
  6. Werkplan en begroting
  7. Oproepjes
    1. Werkgroep overlast
    2. Werkgroep energietransitie
    3. Werkgroep statuten wijziging
  8. Bericht uit Diemen
  9. Rondvraag en Bewonerscommissies aan het woord
  10. Afsluiting

Vergaderstukken zijn op aanvraag beschikbaar voor leden van Arcade via info@hvarcade.nl.

In tuindorp Frankendael, een wijkje in Amsterdam Oost, is het prettig wonen. Bewoners staan voor elkaar klaar. Kevin en Pieter hebben er uitstekend contact met buurman Ruud. We gaan met deze drie bewoners in gesprek over buurtcohesie en onderzoeken of tijdelijke huurcontracten hier invloed op hebben.  

Pieter, Kevin en Ruud hebben een druk bestaan. Zo is Pieter in het dagelijks leven leraar op een basisschool. Kevin studeert bedrijfs- en consumentenwetenschappen. Ruud is sinds een aantal jaar trambestuurder bij het Gemeentelijk Vervoers Bedrijf (GVB). Daarvoor was hij 30 jaar theatertechnicus, waarvan 20 jaar als zelfstandig ondernemer. Ruud is de technische man van de bewonerscommissie en houdt zich eveneens met monumentaliteit bezig. Hij woont al lang in het Watergraafsmeerse tuindorp. Zeventien jaar om precies te zijn. Kevin en Pieter wonen er nu tweeënhalf jaar.

De Key werkt sinds 2016 hoofzakelijk met jongerencontracten. Pieter en Kevin hebben zo’n jongerencontract. Een jongerencontract is een tijdelijke overeenkomst voor huurders onder de 28 jaar. In 2021 lopen de eerste jongerencontracten af. Deze vijfjarencontracten worden dit jaar eveneens geëvalueerd. Dit staat in de samenwerkingsafspraken die de huurdersverenigingen samen met de gemeente Amsterdam en de corporaties hebben gemaakt.

We gaan met Ruud, Kevin en Pieter in gesprek.

Kevin en Pieter

Jullie wonen in een wijk die in 2010 monumentaal is verklaard. Hoe is het om hier te wonen?  

Pieter: ‘Heel erg fijn. We wilden een plek met een buitenruimte en veel groen. Dat is hier zeker het geval. Ik woonde hier eerst alleen. Na een tijdje kwam Kevin hier ook wonen. Bewoners maken graag een praatje met elkaar. We hebben vooral contact met bewoners die hier al lang wonen. Eén van die bewoners is helaas vorig jaar overleden. Er hebben weleens bewoners hulp nodig. We proberen dan altijd te helpen. Bijvoorbeeld met het onderhouden van de voortuintjes. Soms komen we bewoners op verrassende plekken tegen. Zo waren we een keer in Ruk & Pluk, een café in Amsterdam-Oost. Daar bleek onze buurvrouw één van de stamgasten te zijn. Ze stond daar op talloze foto’s.’

Kevin: ‘Ik sluit me helemaal bij Pieter aan. Het is hier prettig wonen. Dit tuindorp lijkt op het dorpje in Zwitserland waar ik ben opgegroeid. Ik woonde op de Albert Cuyp, dat is ook een fijne plek maar wel heel anders dan hier. Buren delen veel met elkaar. Als wij bij mijn familie in Zwitserland zijn geweest, brengen we vaak chocolade voor de bewoners hier mee.’

Ruud: ‘Het is hier inderdaad fijn wonen. Je zit heerlijk in de rust en tegelijkertijd ben je op de fiets binnen 10 minuten in de chaos van Amsterdam. Dat is echt ideaal. Bewoners nemen regelmatig iets voor elkaar mee. Zo is hier een gezin dat na hun vakantie in Marokko altijd koekjes meebrengt. Alleen als ik de loterij win en een huisje in Schellingwoude kan kopen, ga ik hier weg. Anders vertrek ik alleen tussen zes plankjes.’

Wat zijn jullie ideeën om het contact tussen buren te bevorderen?     

Kevin en Pieter: ‘Een barbecue voor iedereen die hier aan het hofje woont zou fantastisch zijn. Zo leren bewoners elkaar kennen. Het helpt om langs de deuren te gaan en mensen persoonlijk uit te nodigen. Dat vergroot de kans dat bewoners komen. Verder is een buurtapp handig om bewoners met elkaar in contact te brengen. De bewonerscommissie kan hier een rol bij spelen. Een besloten Facebookgroep lijkt ons ook een goed idee. Het is goed voor het contact tussen bewoners en het kan de zichtbaarheid van de bewonerscommissie vergroten. We kunnen ook een tuinteam maken om zo samen de voortuintjes aan te pakken.’

Ruud: ‘Zo’n tuinteam is inderdaad een goed idee. Net als een barbecue trouwens. We wilden als bewonerscommissie al heel lang iets aan de voortuintjes doen. Kevin en Pieter helpen hun onderbuurvrouw geregeld met haar voortuintje. Wat dat betreft zijn het echt modelburgers. Ik kan me overigens wel voorstellen dat als je ergens 5 jaar woont, je niet veel geld wil investeren in je huis. Dan is het misschien aantrekkelijker om je tuin vol te gooien met stenen omdat dit minder onderhoud vraagt. Ik ben bang dat de voortuintjes in de wijk er dan minder fraai uit gaan zien. Wat dat betreft is het afwachten wat voor effect die tijdelijke jongerencontracten hebben.’

Kevin en Pieter zien een Facebookgroep als een manier om het buurtcontact te bevorderen. Denk jij daar ook zo over Ruud?

‘Ja zeker. De bewonerscommissie kan zich daar met een groepsfoto en een tekstje voorstellen. De huidige generatie ouderen kan ook aardig met Facebook overweg dus die zul je er ook mee bereiken. De kringloopwinkel hier in de buurt heeft een Facebookpagina voor de buurt opgezet. Daar kunnen wij ons door laten inspireren, ook al richten wij ons alleen op de huurders van De Key. Iemand die een paar uurtjes vrij heeft en hulp aanbiedt, kan dat ook in de groep zetten. Om te peilen wat er onder bewoners leeft, kunnen we één keer per maand een poll plaatsen. We kunnen bewoners naar suggesties vragen en hen uitdagen om online met elkaar te discussiëren. Als je elkaar al eens online gesproken hebt, wordt de drempel kleiner om elkaar op straat aan te spreken. En dat is natuurlijk wat je wil.’

Jullie hebben goede ideeën om buren met elkaar in contact te brengen. Hebben jullie het idee dat een jongerencontract invloed heeft op de wijze waarop iemand zich voor zijn buurt inzet?      

Pieter en Kevin: ‘Deels. We hebben een goed burencontact en helpen graag met allerlei klussen. In die zin kan je met een jongerencontract dus ook veel aan de buurtcohesie bijdragen. Tegelijkertijd maakt het bij grotere projecten, zo’n tuinteam bijvoorbeeld of een bewonerscommissie, misschien wél uit hoe lang je ergens kan wonen. We worden toch wel ontmoedigd omdat we over een paar jaar weer moeten vertrekken. Je staat er dus anders in. Dat betekent niet dat we ons niet willen inzetten natuurlijk, graag zelfs, maar je kan er, als je hier permanent zou wonen gewoon meer uithalen. Het heeft meer zin om er tijd in te investeren.’

Ruud: ‘Ik heb het idee dat je door de constante beweging van mensen die er door jongerencontracten steeds meer zal zijn, je een stuk van je cohesie kwijtraakt. Elke bewoner met een vast contract zal wanneer hij vertrekt, worden vervangen door iemand met een tijdelijk contract. Met een tijdelijk contract loont het niet om energie in je woonplek en buurt te investeren. Kevin en Pieter investeren zeker in de buurtcohesie maar we hebben hier ook tijdelijke bewoners gehad die dat helemaal niet deden. Die vonden burencontact minder belangrijk omdat ze hier toch maar een paar jaar zaten. Het is ook gewoon jammer dat wanneer je leuk contact met de buren hebt, zoals ik nu met Kevin en Pieter, ze weer weg moeten. Als je op een gegeven moment een goede buur hebt, is het ook fijn om die te behouden. Tijdelijke contracten zorgen voor veel onzekerheid bij de achterblijvers. Je krijgt telkens met nieuwe buren te maken waarvan je niet weet hoe het contact zal zijn. Elke vijf jaar moet je maar zien wie je krijgt. Het is ook voor kwetsbare bewoners prettiger wanneer ze in een wijk wonen met veel vaste gezichten. Dat geeft rust. Een stabiele wijk heeft de veerkracht om iemand er bovenop te helpen als dat nodig is. ’

Portret van Ruud

Kevin en Pieter, over een paar jaar zullen jullie hier weer moeten vertrekken. Wat vinden jullie daarvan? Hoe kijken jullie, met andere woorden, aan tegen zo’n jongerencontract?

Kevin: ‘Er zitten voor- en nadelen aan. Het goede aan een jongerencontract is dat ook andere jongeren de kans krijgen om in ieder geval een aantal jaar in een betaalbare woning te zitten. Alhoewel wij straks moeten vertrekken, gunnen we deze woning dus ook aan een andere jongere. Als wij hier vijf jaar mogen zitten, dan is het eerlijk dat een ander dat ook mag. Bij gebrek aan beter, dat zeggen we er wel bij. Want het zou natuurlijk ook fijn zijn als je zelf kon bepalen wanneer je weggaat.’

Pieter: ‘Een jongerencontract heeft inderdaad voor- en nadelen. Voor mij was een jongerenwoning wel een kans om snel aan een betaalbaar huis te komen. Ik heb langer over mijn studie gedaan en zat nog in een studentenwoning. Toen ik afgestudeerd was, stond ik voor een jongerenwoning lang genoeg ingeschreven bij Woningnet. Op een huis met een contract voor onbepaalde tijd, maakte ik vanwege mijn inschrijfduur weinig kans. Kevin krijgt hopelijk ook een vaste baan. Dan kunnen we straks samen naar een andere woning zoeken. Ik heb er vertrouwen in dat dit lukt. Voor onze buren is het natuurlijk jammer dat wij niet kunnen blijven. Wij zijn erg op elkaar gesteld. Door veel tijdelijke contracten moet je als vaste bewoner maar afwachten wie er steeds komt wonen.’

Ruud: ‘Ik zou jongerencontracten heel redelijk vinden als er ook een redelijk alternatief wordt geboden ná die vijf jaar. Dat redelijke alternatief is er echter niet. Het middensegment in de huursector ontbreekt compleet. Kopen zou een alternatief kunnen zijn maar dan moet er wel iets betaalbaars te vinden zijn. Dat is niet het geval. Zeker niet in Amsterdam. Ik hoop van harte dat het Kevin en Pieter wél lukt om straks een mooie plek te vinden.’

De kascommissie controleert jaarlijks steekproefsgewijs de door het bestuur opgestelde jaarstukken. Dit doet de kascommissie aan de hand van bankafschriften, facturen of kassabonnen. Zo checkt de kascommissie of alle inkomsten en uitgaven op de juiste manier zijn geregistreerd, verwerkt en geboekt.

Elke uitgave moet verantwoord kunnen worden. Als er onduidelijkheden zijn, geeft de penningmeester tekst en uitleg. Hierbij wordt volledige openheid van zaken betracht. Als de leden van de kascontrolecommissie ervan overtuigd zijn dat alles klopt, adviseren zij de ALV om het bestuur decharge te verlenen voor het gevoerde financieel beleid

U hoeft geen financieel specialist te zijn. Hoewel de werkzaamheden slechts zeer beperkt zijn, is de taak wel essentieel. Vooraf krijgt u een korte introductie met uitleg. De totale tijd is bij elkaar is ongeveer 8 uur per jaar.

Meer informatie of interesse? Stuur een mail naar info@hvarcade.nl.

Arcade-voorzitter Helmie Bijleveld weet het zeker. Huurders hebben een belangrijk jaar voor de boeg. ‘We moeten heel stevig kenbaar maken wat wij als huurders nodig hebben, vooral als straks een nieuwe regering en volgend jaar een nieuwe gemeenteraad aan de slag gaan.’               

Portret van Helmie Bijleveld
Helmie Bijleveld, voorzitter van Arcade

Het lijkt wel of je er een fulltimebaan bij hebt. Hoe combineer je dit met je werk?

‘Ik werk parttime als beleidsadviseur voor de gemeente Amstelveen. Hierdoor heb ik een volle werkdag beschikbaar voor Arcade. Maar eerlijk is eerlijk, doorgaans besteed ik ook op reguliere werkdagen in de avond zo’n twee à drie uur extra aan Arcade. Dan gaat het bijvoorbeeld om een overleg met De Key of Lieven de Stad, een bespreking met het Arcadebestuur of het beantwoorden van mail. Het scheelt dat ik niet fulltime voor de gemeente werk.’

Wat wilde je bereiken toen je begon bij Arcade?

‘Toen ik als kandidaat meeliep zag ik een hardwerkend bestuur dat zich in belangrijke onderwerpen inhoudelijk verdiepte. Qua organisatiestructuur was het echter rommelig en de leden van Arcade hadden geen goed beeld waar het bestuur zich mee bezig hield. Als voorzitter heb ik lijn in de werkwijze van het bestuur gebracht. Er is nu bijvoorbeeld een werkplan. En om overzicht te houden werken we met een termijnkalender. De communicatie naar de leden en bewonerscommissies is sterk verbeterd. Ik wilde ook de archivering van Arcade verbeteren. Stel dat wij opstappen, dan moet het voor het nieuwe bestuur duidelijk zijn waar we mee bezig zijn geweest. Goede documentatie helpt daarbij.’

Wat zijn de leuke en minder leuke kanten van je werk?

‘Ik vind het leuk om samen met andere huurders dingen te ontwikkelen. Video’s van bewonerscommissies bijvoorbeeld. Tijdens een bestuursvergadering ontstond het idee van de klantervaring van Arcade, als tegenhanger van de klantbeleving van De Key. Een aantal actieve bewonerscommissies is toen gevraagd om een welkomstboodschap op te nemen voor Karin Verdooren. Die heb ik toen aan elkaar gemonteerd en van muziek voorzien. Die compilatie van video’s leidde ertoe dat De Key-directeur Karin Verdooren bij bewonerscommissies langsging.

Wat ik moeilijk vind is dat het veel tijd kost om het juiste verhaal van Arcade op tafel te leggen. Arcade doet stevige dingen, zoals rechtszaken voeren tot en met een hoger beroep in de Raad van State aan toe, en we ontmoeten wel mensen die dat ingewikkeld vinden. Bij hen moeten we vaak duidelijk vertellen waarom we bepaalde stappen nemen en wat de overwegingen zijn.

We worden soms ook als ‘lastig’ gezien maar dat komt óók omdat huurders in een lastige positie worden gedwongen. We moeten als Arcade ongelooflijk veel moeite doen om gehoord te worden.  Bijvoorbeeld wanneer De Key zich ontwikkelt tot een woningcorporatie die geen plek meer biedt voor huurders boven de 32 jaar. Voor de meeste sociale huurders (ouder dan 32) betekent dit dat ze niet meer bij de missie van De Key horen. Erger: dat ze eigenlijk een blok aan hun been zijn. Wij als Arcade komen voor deze huurders op. De Key vindt dat we daarmee wat uit te leggen hebben. Het voordeel daardoor is wel dat we ons extra goed voorbereiden en inhoudelijk verdiepen in alles wat over huren en wonen gaat.

Ik maak me zorgen over huurdersvertegenwoordiging, en daarmee ook over de positie van Arcade. Dat komt ook door flexhuren. Wonen is een complex onderwerp. Wij zijn als huurdersvereniging afhankelijk van huurders. Ons bestuur bestaat ook uit huurders. Maar als huurders met een tijdelijk contract al na vijf jaar moeten vertrekken uit hun woning, en dus uit onze vereniging, komt onze continuïteit als belangenbehartiger in het geding. Dat is een slechte zaak.’

‘Tijdelijke huurcontracten bedreigen niet alleen de woonzekerheid maar ook de huurdersvertegenwoordiging’

Hoe heb je (als huurder en voorzitter van Arcade) de afgelopen bestuursperiode ervaren?

‘We hebben samen met de leden heel wat zaken opgepakt. Voor leden die dat willen is meer ruimte gecreëerd om een actieve bijdrage aan de vereniging te leveren. We hebben ervoor gezorgd dat bewonerscommissies via bewonersbrieven en een enquête hun mandaat kunnen regelen. Verder hebben we door goede samenwerking tussen leden, bewonerscommissies en het bestuur een aantal sociale huurwoningen van de verkoop gered.We hebben samen met huurders  onderzoek gedaan naar serviceverlening en communicatie van De Key, dat liet zien hoe er helaas veel misgaat in het contact tussen De Key en bewonerscommissies. Schrijnende gevallen nemen we als het even kan mee naar een overleg met De Key of Lieven de Stad. Het is fijn als problemen door bemiddeling van Arcade snel opgelost worden en dat naast bewonerscommissies ook individuele huurders ons weten te vinden. Tegelijk hoop je dat dit minder nodig is omdat De Key of Lieven de Stad gewoon beter haar werk gaat doen.’

Wat is het belang van een slagvaardig en goed bestuur dat tegelijk de verbinding zoekt met De Key?

‘Dat is heel belangrijk. Het gaat vooral om de wijze waaróp je een overleg voert. In mijn beleving kun je heel stevig aan belangenbehartiging doen zonder daarbij je stem te verheffen. Normaal taalgebruik en respect voor elkaar zijn van belang. De uitdaging is om met elkaar in gesprek te blijven maar wel met een eigen inbreng en visie te komen. Ook daarin trekken we als bestuur met elkaar op. Iedereen heeft een rol. We praten allemaal mee. Het is belangrijk dat we als bestuur op een manier communiceren die aansluit op de belevingswereld van de leden van Arcade. De leden van Arcade zijn redelijke mensen. We willen dan ook op een redelijke manier dingen voor elkaar krijgen. Met een toon die daarbij past.’

Hoe verloopt de samenwerking met De Key en Lieven de Stad?

‘Je moet een respectvolle samenwerking organiseren waarin je invloed kan uitoefenen. Ik heb het idee dat we hard voor die respectvolle samenwerking hebben moeten werken, maar dat die er nu wel is. Er is nu wederzijds respect. Zeker ook dankzij de constructieve en open houding van de nieuwe directeur Karin Verdooren. Vanuit dat wederzijdse respect kan de samenwerking groeien.

Het contact met de Raad van Commissarissen (RvC) en de Geschillencommissie van De Key, is nu ook beter geregeld dan een paar jaar geleden. De RvC controleert of het bestuur van De Key haar werk goed doet, conform de statuten en reglementen van de organisatie. De Geschillencommissie houdt zich met de onafhankelijke beoordeling van klachten bezig. Die klachten kunnen van huurders komen, maar dat hoeft niet. Als de organen van De Key goed hun werk doen, dan helpt dat Arcade.’

‘Mensen willen in goede en betaalbare woningen blijven wonen en dat gunnen we zittende én toekomstige huurders’

Arcade zit in een ingewikkelde positie door de wooncrisis enerzijds en de veranderde politieke realiteit anderzijds. Denk aan het deels afschaffen van de verhuurderheffing (de hoge extra belasting die woningcorporaties uit de sociale sector aan het Rijk moeten betalen). Verder is er de trage formatie en komen er gemeenteraadsverkiezingen aan. Hoe moet de vereniging zich hierin gaan manoeuvreren?

‘Door de prioriteiten van de vereniging helder te hebben en dáár op in te zetten. Mensen willen in goede en betaalbare woningen blijven wonen en dat gunnen we zittende én toekomstige huurders. Het gaat hier ook om de bestendiging van huurrecht. We moeten generaties dus niet tegen elkaar uitspelen. Iedereen heeft recht op woonzekerheid en dus een langdurig huurcontract met een betaalbare huur. Arcade wil ook aandacht voor woningen voor ouderen, woongroepen en kunstenaars.

Met onze prioriteiten in het achterhoofd bereiden wij de onderhandelingen over de prestatieafspraken voor. Woningcorporaties, gemeenten en huurdersorganisaties overleggen met elkaar over prestatieafspraken, die in Amsterdam samenwerkingsafspraken heten. Dit zijn afspraken die het woningbeleid voor de komende vier jaar bepalen.

De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen is daarvoor ook bepalend. Die uitslag bepaalt wie de stad gaan besturen en dat kan de onderhandelingen makkelijker of moeilijker maken. Omdat het aantal sociale huurwoningen nog niet op peil is zullen we De Key bewegen tot een verkoopstop en de bouw van nieuwe woningen. Er zijn veel meer sociale huurwoningen nodig.

Dat wonen een verdienmodel geworden is, dat moet eruit om de wooncrisis echt aan te pakken. Dat geldt trouwens ook voor zorg en onderwijs. Belangrijke zaken die we allemaal nodig hebben, daar moet je geen geld aan willen verdienen.’

‘Dat wonen een verdienmodel geworden is, dat moet eruit om de wooncrisis echt aan te pakken’

Waar wil je nog mee aan de slag?

‘Dat zijn allereerst de statuten van Arcade. Die zijn aan vernieuwing toe. Statuten zijn de basis voor een organisatie. Hierin staan interne regels en afspraken. Arcade heeft geen huishoudelijk reglement, dat zou er ook moeten komen. Dat is een verzameling regels en richtlijnen die een aanvulling zijn op de statuten. Deze nieuwe statuten zou ik samen met de leden in een werkgroep willen voorbereiden voor de ledenvergadering die daarover kan besluiten.

Een grote uitdaging zijn de prestatieafspraken en hoe we daar de huurders meer bij kunnen betrekken dan vorige keer. We weten nu hoe dat ongeveer verloopt en hebben meer tijd om dat voor te bereiden en de Arcadeleden hierbij te betrekken. Als we bijvoorbeeld door middel van werkgroepen een aantal thema’s inhoudelijk vaker bespreken, dan zijn we beter voorbereid. We staan dan in de onderhandeling met de gemeente en de corporaties sterker.

Het is belangrijk om naar de leden te luisteren en hen te informeren. Als wij huurders goed geïnformeerd zijn, komen we beter voor onze belangen op. Door met elkaar te praten en meer leden te betrekken, krijgen meer mensen de ruimte om kennis op te doen. Uiteindelijk hoop ik dat er dan meer mensen opstaan die de organisatie kunnen dragen.’

Waarom is het belangrijk dat nieuwe mensen zich bij Arcade aansluiten?

‘Het ledenaantal doet er toe. Met meer leden worden we serieuzer genomen. Meer leden betekent ook meer kennis. Elke huurder is namelijk een ervaringsdeskundige. Je weet wat er misgaat in jouw omgeving en die informatie is waardevol voor de vereniging. Daarnaast word je als lid door Arcade op de hoogte gehouden. En het belangrijkste: ook bewonerscommissies doen er toe. Richt, als het even kan, met je buren een bewonerscommissie op. Dan blijf je op een directe manier goed geïnformeerd over wat De Key en Lieven de Stad van plan zijn.’

Meta de Vries en Harrie Houtbeckers van bewonerscommissie Entrepot West I en II sprongen voor restaurant Sham Oost op de bres. Het etablissement moest dicht op last van burgemeester Halsema vanwege een aantal schietincidenten. De Key wilde daarop de huurovereenkomst ontbinden. Dankzij een bewonersactie mag Sham Oost nu in ieder geval tot het hoger beroep open blijven.

Sham Oost is gelegen op de Borneosteiger in Zeeburg. In maart 2020 wordt het restaurant, toen net geopend, opgeschrikt door drie beschietingen. Ook wordt de ingang met een hamer bewerkt. De gemeente sluit de zaak voor acht maanden. De veiligheid van omwonenden en voorbijgangers zou in het geding zijn.

Vanwege de voorvallen wil De Key, eigenaar van het pand, de huurovereenkomst ontbinden. De rechter geeft De Key in de zomer van 2021 gelijk. Half juli wordt bekend dat Sham dicht moet en de eigenaar het pand binnen twee weken moet verlaten. Na de uitspraak spant het restaurant een kort geding aan om de aanstaande ontruiming te voorkomen.

Een kort geding is een spoedprocedure waarbij de rechter om een snelle (voorlopige) beslissing wordt gevraagd. De rechter geeft in een spoedprocedure nooit een definitief oordeel.

Het kort geding op 28 juli pakt goed uit. Sham mag in afwachting van het hoger beroep open blijven. Tijdens het hoger beroep wordt bepaald of de zaak definitief open mag blijven. Bewoners komen voor Sham in actie. Harrie en Meta vertellen er meer over.

Portret van Harrie Houtbeckers en Meta de Vries
Harrie Houtbeckers en Meta de Vries van bewonerscommissie Entrepot West

Wat is er zo bijzonder aan dit restaurant dat bewoners ervoor op de bres springen?

‘Aanvankelijk waren bewoners sceptisch over het zoveelste restaurant dat zich hier vestigde. Er waren weinig geslaagde ondernemers aan vooraf gegaan, op de eerste ondernemer, Jaap Hannis, na. We merkten echter al snel dat Sham echt zijn best deed. Nadat de zaak op bevel van de gemeente maanden dicht was geweest,  hebben we er voor het eerst wat afgehaald. Het eten was prima. We zagen medewerkers die er wat van probeerden te maken. Het is ook leuk dat het restaurant een prettig terras heeft en een gemixte klantenkring. Er komen buurtbewoners maar ook veel mensen van buiten de wijk, met name Syriërs.’

Het restaurant liep dus prima. Hoe ontdekten jullie dat er iets speelde?

‘De eigenaar belde ons als BC op 15 juli van dit jaar. Zijn zaak moest ontruimd worden. Het Parool schreef er een stuk over. Hij vroeg of wij in actie konden komen en stuurde ons stukken toe.

We mailden bewoners om te polsen of zij Sham een warm hart toedroegen. Daarnaast zetten we het een en ander op onze Facebook-pagina.

Bewoners bleken het eten en de sfeer bij Sham erg te waarderen. Hierdoor worden het sociale leven en de sociale veiligheidsgevoelens van buurtbewoners versterkt. Enkele bewoners geven wel aan dat Sham geen feestlocatie moet worden en het afval goed moet afvoeren. Sham heeft hier direct wat mee gedaan.’

Bewoners wilden dus dat Sham bleef. Hoe kwamen jullie in actie?

‘We stuurden op 19 juli een mail naar Lidy van der Schaft, directeur Wonen van De Key. Daarnaast belden we haar. Op 22 juli hoorden we dat De Key niet met onze bewonerscommissie in gesprek wilde. Eduard Bolderheij, manager wijkteams Oost, mailde dat De Key de ontruiming doorzette. De veiligheid van bewoners zou in het geding zijn. Daarnaast leende deze casus over commercieel vastgoed zich niet voor een overleg met omwonenden en/of een bewonerscommissie.’

De Key wilde niet in gesprek. Wat hebben jullie vervolgens gedaan?

‘We kondigden bij De Key aan dat we een actie zouden opzetten met huurders en kopers. We mobiliseerden een indrukwekkend aantal bewoners uit de omringende complexen. Die mensen stuurden allemaal een brief naar De Key. We mailden bewoners maar gebruikten ook app-groepen en onze Facebook-pagina om de actie onder de aandacht te brengen.

Een bewoner had een standaard tekst opgesteld. Bewoners konden de brief aanpassen en vervolgens ondertekenen. We wilden graag in de cc worden gezet. Hierdoor bleven we op de hoogte. Het was opvallend dat De Key aanvankelijk uitgebreid reageerde op elke bewoner maar vervolgens standaard-reacties ging geven. Blijkbaar was dat gezien het grote aantal reacties noodzakelijk.’

De Key kreeg dus veel reacties binnen. Wat was jullie rol tijdens het kort geding op 28 juli?

‘Op verzoek van Sham deed Harrie tijdens het kort geding ons verhaal. Dat maakte indruk. Harrie vertelde dat Sham goed is voor het sociale veiligheidsgevoel en de sfeer in de buurt. De Key stelde daarentegen dat er bij Sham sprake was van ondermijnend gedrag en criminele contacten. De gemeente en de politie zijn echter door de advocaten van Sham gedwongen om alle beschuldigingen van criminaliteit en ondermijning uit de politierapporten te halen. Wat betekent dat het pleidooi van de advocaten van De Key nergens op sloeg. Het blijft erg vreemd dat De Key zich beroept op bedreigingen van de sociale veiligheid van bewoners, maar diezelfde bewoners op geen enkel moment gevraagd heeft hoe zij dat beleven. Typisch, zullen we maar zeggen.

Uiteindelijk pakte het kort geding goed uit. Op 11 augustus bleek dat Sham in ieder geval tot het hoger beroep open mag blijven. De eigenaar heeft ons uitgebreid bedankt.’

Jullie boekten een voorlopig succes. Waar zijn jullie trots op?

‘Dat we binnen een korte tijd veel voor elkaar hebben gekregen. Dan blijkt maar weer dat we ons als buurt met elkaar verbonden voelen. Hopelijk leidt alles ook tot een gunstige uitspraak in het hoger beroep.’

Wat willen jullie huurders nog meegeven?

‘Denk nooit dat grote partijen om bewoners heen kunnen. Kom in actie en denk nooit dat het toch niet lukt. Bundel de krachten en laat je niet overbluffen door de verhuurder. Blijf positief en geloof in je eigen verhaal. Dat wat bewoners te vertellen hebben klopt gewoon heel vaak. Vertrouw daarop.’

Het Woonprotest, de grootste manifestatie tegen woningnood na de Tweede Wereldoorlog, werd gehouden in Amsterdam op zondag 12 september. De volgende demonstratie (Woonopstand) volgt op 17 oktober in Rotterdam. Ook in andere grote steden willen mensen de straat op, bijvoorbeeld in Den Haag (Woonverzet op 13 november) en in Utrecht (datum nog onbekend). Waarom is dit belangrijk?

De afgelopen jaren is de volkshuisvesting uitgehold. Huurders zijn in de knel komen te zitten. Alle maatregelen die opeenvolgende kabinetten hebben genomen, de laatste twaalf jaar onder leiding van VVD-er Mark Rutte, zijn bedoeld om het eigenwoningbezit te stimuleren. Dit heeft geleid tot een enorme prijsopdrijving van woningen, ook huurwoningen.

Daarnaast heeft het kabinet met VVD en D66 bewust gestreefd naar een verkleining van de sociale huursector. Corporaties moeten de verhuurdersheffing ophoesten (een extra miljardenbelasting op maatschappelijk vastgoed) en zijn gedwongen om sociale huurwoningen verkopen.

Ook is het puntenstelsel voor huurwoningen aangepast door het kabinet van VVD en D66. Hierdoor zijn de huurprijzen steeds meer omhoog getrokken. Zo zijn veel sociale huurwoningen door de huurgrens van € 752,- gegaan en in de dure vrije sector beland (de commerciële huurmarkt). Ook heeft de regering grote buitenlandse beleggers binnengehaald met een sterke stijging van de huren als gevolg.

Tijdelijke huurcontracten

Door de invoering van tijdelijke huurcontracten is de woononzekerheid toegenomen. Ook worden huurders met een flexcontract uit hun huis gezet zodat er een nieuwe huurder in kan, voor een hogere huur.

De rechtse partijen zijn hier verantwoordelijk voor. Alle genomen maatregelen zijn in het voordeel van hun (rijke) achterban. Vastgoedbezit is een lucratief verdienmodel geworden.

Met als gevolg dat de sociale huurder volkomen in de knel zit. Jongeren en ouderen, gezinnen en alleenstaanden, mensen met en zonder werk, mensen met een kleine en zelfs iets grotere portemonnee: niemand is meer in staat om een betaalbaar huis te vinden.

Er zijn lokaal in buurten al veel protesten en acties geweest. Nu hebben een aantal initiatiefnemers landelijke protestacties georganiseerd. Want honderdduizenden Nederlanders zijn het zat om zó veel te moeten betalen voor zó weinig.

Impressie van het woonprotest op 12 september 2012 in Amsterdam

Manifestatie in het Westerpark

De locatie van het Woonprotest is het Westerpark. Al een half uur voor de aanvang (14 uur) stromen de eerst demonstranten toe. Uiteindelijk staan er volgens schattingen zo’n 15.000 mensen. Mogelijk zelfs meer. Veel jongeren. Velen met geïmproviseerde leuzen op borden of stukken karton.

Een hele rits sprekers passeert de revue. Allemaal om hun actie tegen de wooncrisis te belichten. Mooie woorden en slogans worden met groot enthousiasme onthaald en meegeroepen. Ook de organisatie zelf heeft een tweetal leuzen erin gegooid: ‘Mensen boven markt’ en ‘Fuck de woningmarkt, wonen is een recht’. Vanuit het publiek komen eigen leuzen, zoals ‘Amsterdam, niet te koop’ en ‘VVD, weg ermee’. Deze laatste leus vergeet dat ook coalitiepartijen D66 en CDA volop hebben meegedaan aan het ontstaan van de wooncrisis.

Alle sprekers zijn het erover eens: beleggers, het grote geld, jubeltonnen en hypotheekvoordelen hebben het verziekt. Gentrificatie (het slopen of verbouwen van goedkope huurwoningen om ze daarna te verkopen of verhuren aan rijke mensen) heeft complete volkswijken doen verdwijnen.

Een aantal actiepunten die door de organisatie en de sprekers aan de orde worden gesteld:

  • afschaffen van de verhuurdersheffing,
  • regulering van de huren in de vrije sector,
  • onteigenen van huisjesmelkers,
  • weren van op geld beluste beleggers,
  • terug naar een ministerie van Volkshuisvesting,
  • het verbod op kraken afschaffen,
  • stop sloop voor dure nieuwbouw,
  • en jaag geen mensen hun huis uit,
  • vluchtelingen en arbeidsmigranten zijn niet de schuld van de wooncrisis, het beleid is de schuld.

De manifestatie eindigt om 16 uur met een citaat uit de grondwet waarin staat dat de regering moet zorgen voor goede huisvesting: WONEN IS EEN RECHT!

Na afloop van de manifestatie in het Westerpark lopen de deelnemers naar de Dam. Het is een enorme stoet. Vanuit het publiek komen veel positieve reacties. Want elke Amsterdammer heeft op hun manier wel last van de wooncrisis.

De WOZ-waarde van een sociale huurwoning, dus wat het huis of appartement waard is volgens het Kadaster, bepaalt mede de hoogte van de huurprijs omdat het meeweegt in de puntentelling. De WOZ-waarde wordt bepaald door de desbetreffende huurwoning te vergelijken met de gemiddelde verkoopprijs van vergelijkbare woningen.

Dit is eigenlijk een vreemde en oneigenlijke vergelijking. Een sociale huurwoning valt onder het gereguleerde segment en daar geldt geen marktwerking. Daarentegen vallen koopwoningen wel onder de marktwerking en zijn de koopprijzen speculatief en vaak hoger dan de feitelijke waarde van het vastgoed.

De WOZ-waarde komt dus eigenlijk neer op het vergelijken van appels met peren. Zo’n oneigenlijke vergelijking kan toch nooit een wettelijk voorschrift of regelgeving zijn? Zouden sociale huurwoningen niet een stabiele en vaste WOZ-waarde moeten hebben, met een jaarlijkse indexering en onafhankelijk van de koopwoningenmarkt?

Zijn er onder de huurders een of meer juristen die dit samen met Arcade willen uitzoeken? Mail naar info@hvarcade.nl.